Uit nieuwsgierigheid naar hoe een coaching met paarden eigenlijk gaat, komt Sofie een sessie volgen. We werken met het paard Ophaline. We hebben op voorhand een telefonisch gesprek gehad over haar coachingsvraag. Ze heeft een tijd geleden haar ontslag gehad en dat heeft haar onzeker gemaakt. Ze zegt dat ze te weinig gelooft in zichzelf en dat het haar belet op volop te gaan voor wat ze het liefst wil doen en wat haar het meest energie geeft: mensen coachen.
Sofie komt toe en na een inleiding vraag ik haar om de wei in de lopen en contact te maken met Ophaline. Sofie komt bij Ophaline, die eerst nog geïnteresseerd kijkt. Sofie gaat dicht bij en begint
gelijk de aaien. Ophaline wordt licht zenuwachtig en begint aan Sofie haar sjaal en jas te knabbelen. Ze wordt geïrriteerd en legt haar oren plat. Plots geeft Ophaline een por aan Sofie. Daar was ze erg
van geschrokken. Ze probeert verder contact me maken met Ophaline maar die wordt heel opdringerig. Sofie geeft aan dat ze zich niet meer veilig voelt dus ik stuur Ophaline weg en haal Sofie
uit de wei. Als ik vraag wat dit met haar doet, zie ik traantjes lopen. Sofie voelt zich afgewezen. Net zoals bij haar ontslag. En dat is waar ze schrik van heeft in haar coaching. Dat het “niet goed genoeg” zal zijn.
Ik zet even mijn pet als paardengedragstrainer op en leg haar uit waarom Ophaline zo gereageerd heeft.
- Elk paard heeft een persoonlijke ruimte en Sofie kwam daar gelijk in. Voor het paard is dit
onbeleefd. - Sofie heeft geen grenzen gesteld. Voor Ophaline voelt dat onveilig.
We reflecteren nog wat verder over wat er nodig is voor een goede verbinding. Als ik vraag aan Sofie waar haar grens ligt voor Ophaline, kan ze daar niet direct op antwoorden. Hoe dicht mag ze komen?
Ik leg haar kort de techniek uit hoe je aan een paard je grenzen duidelijk maakt. Ze gaat weer de wei in. Ophaline wil weer opdringerig zijn maar Sofie bewaakt deze keer haar grens. Ze herhaalt dat een paar keer tot Ophaline heel rustig wordt en op een afstand blijft staan. Als ik vraag hoe dit voor haar is zegt ze in eerste instantie dat ze minder connectie voelt omdat er nu afstand is. Maar als ik vraag om te vergelijken met het eerst contact komt er veel naar boven. Dat ze geen rekening had gehouden met Ophaline en in haar enthousiasme haar overpampeld had. Dat het niet verkeerd is om wat afstand te hebben want dat je dan naar elkaar kan kijken, en ook ziet wat er bij de ander gebeurt. Dat een goede connectie begint met respect voor elkaars grenzen. Ze voelen zich beiden goed in deze verbinding.
Ik vraag wat Sofie nu wil en het antwoord “iets doen”. Dus ik stuur ze samen op pad om een rondje rond de wei te wandelen. Ophaline heeft haar eigen willetje, dat laat ze af en toe ook zien door een keer te stoppen of een andere kant op te willen, maar Sofie slaagt er in het rondje af te maken. We doen weer een reflectie en ik stuur ze nog eens op pad. Deze keer gaat het nog beter. Sofie heeft de leiding en komt met een grote glimlach samen met Ophaline op mij af. In de reflectie geeft ze nog mee dat ze blij is dat ze het blijven proberen is. Als een verbinding niet goed voelt, van het dan eens op een andere manier te proberen. We sluiten hier de sessie af.
Vol energie
COACHING Ophaline
